Het is de zomer van 1918, en WO1 teistert Europa. Duitsland heeft weinig soldaten en rekruteert zelfs de buitenbeentjes. Een groep soldaten arriveert bij Erna's huis om haar 17-jarige verstandelijk beperkte zoon Kalle in te schrijven voor het Duitse leger. Erna,die Er zeker van is dat Kalle niet geschikt is voor het leger, pleit voor de commandant van de kazerne, waar ze er met klem bij hem op aandringt dat Kalle niet in het leger hoeft. Wanneer haar verzoek resoluut wordt afgewezen, realiseert ze zich dat als Kalle van een zekere dood in de loopgraven moet worden gered, ze zich ook bij het leger moet aansluiten. Ze knipt haar haar en verwisselt haar identiteit met die van een deserteur en trekt zo vermomd als soldaat ten strijde.